“Iedereen wilde weten wat er kwam.
Als er mogelijkheden om samen te werken waren, deden ze dat ook enthousiast. Het was echt constructief met elkaar bezig zijn.”
Leerkracht groep 6:
|
Een impressie van drie lessen uit het lesprogramma waar telkens het domein Veranderen en Vervormen centraal staat. Iedere les voor een ander leeftijdscluster. Per les wordt hieronder de inleidendede verhaallijn van Het Ideeëntoestel en de Doordenkers gegeven (de belevingswereld, de rode draad) en een ingekorte omschrijving van de ontwikkelingsdoelen die in de lesbeschrijvingen zijn opgenomen.
|
|
Vreemde vervormingen (Spelers en Volgers, 4-7 jr.)
Er is iets wat doordenkers heel graag doen; met de handen in de klei zitten! Ze proberen van alles uit. Je kunt van alles maken met klei. Klei kun je vormen; vreemde vormen vormen! En daarna verzinnen en fantaseren over wat het allemaal kan voorstellen. Dat is wat de doordenkers doen! En, wat doe jij met deze speciale ‘doordenkklei?
De kinderen experimenteren naar aanleiding van een verhaalfragment of voorwerp met klei. Ze ontdekken, leren dat je klei kunt (ver)vormen door het te manipuleren met hun handen; rollen, knijpen, wrijven, indeuken, platslaan, draaien, trekken, duwen, drukken. De kinderen geven (achteraf) betekenis aan de gemaakte figuren en kunnen daar uitleg bij geven.
|
|
Gedichten klutsen (Ontdekkers en Onderzoekers, 6-9 jr.)
Vandaag werken de Doordenkers aan gedichten. Bijzondere gedichten natuurlijk. Ze maken namelijk geen nieuwe gedichten, ze nemen een bestaand gedicht en gaan die ‘klutsen’. Ze verwisselen woorden, halen woorden weg of herhalen woorden een paar keer. Of ze goochelen met losse letters. Als ze klaar zijn lezen ze de ‘Kluts-gedichten’ aan elkaar voor en kijken elkaar ernstig knikkend aan. Ze zeggen: “Ja, dat is een mooi gedicht.” Of ze liggen dubbel van het lachen: “Hoe kom je erop!”
De kinderen leren van bestaande gedichten, nieuwe, eigen gedichten te maken met een eigen, nieuwe betekenis. Zij presenteren hun nieuwe gedicht aan de groep en dragen het voor. Bestaande en bekende dingen uit elkaar halen en anders in elkaar passen helpen om vrij te leren denken, een belangrijke voorwaarde voor creativiteit.
|
|
Het NODROKEDER van Frankenstein (Wereldbestormers 8-13 jr.)
De Doordenkers fantaseren huiverend over rare wezens, die niet bestaan, maar gemaakt zijn van… Doordenkers! Je haalt het lichaam uit elkaar; kop eraf, armen, handen, vingers, kootjes, en dan de benen, enzovoort. Daarna zet je het weer op een andere manier in elkaar. Zo wordt een Doordenker een NODROKEDER. Zonder alle bloederigheid natuurlijk, want als ze daar aan denken vallen de Doordenkers al gauw flauw. Zij doen het gewoon met karton, papier en lijm.
Kinderen leren om iets nieuws te construeren door iets bestaands uit elkaar te halen (onderzoeken) en de onderdelen vervolgens te herschikken (experimenteren). Zij leren zo om binnen bepaalde beperkingen nieuwe mogelijkheden te vinden.
|
|